K.R. Alexander
0
De doden komen niet terug.
Ik weet nog dat mijn moeder me dit geduldig uitlegde toen ik een jaar of vijf was en we mijn hamster in de achtertuin begroeven. Ik huilde, want ik snapte er niets van. Waarom bleef Knabbeltje zo lang slapen? Waarom werd hij niet wakker? Waarom moest ik van mam een schattig bedje van tissues, stukjes stof en bloemen voor hem maken en hem in een schoenendoos naast de narcissen begraven? Hoe kon hij dan kijken? Hoe kon hij dan ademhalen?
‘Weet je, Samantha,’ zei mam, ‘soms zijn dieren zo ziek of zo oud, dat ze in slaap vallen en nooit meer wakker worden.’
‘Nooit meer?’ vroeg ik snotterend.
‘Nooit meer,’ zei ze, en ze pakte mijn hand. Toen namen we samen afscheid van Knabbeltje en schepten aarde boven op hem. Ik wist nog steeds niet waaróm we afscheid namen. Ik snapte nog steeds niet hoe iets voor altijd kon slapen. Ik werd toch ook weer wakker, zelfs als ik heel erg moe was?
‘Maar stel nou dat hij anders is?’ vroeg ik. ‘Stel nou dat hij echt alleen maar slaapt?’
‘Hij komt niet meer terug, lieverd. Hij is dood. De doden komen niet terug.’
Ik slikte, en alles viel veel te snel op zijn plaats in mijn veel te jonge brein.
‘Gaan mensen ook dood?’ vroeg ik.
Ze aarzelde even. Ik weet nog hoe ze naar me keek, alsof ze probeerde te bedenken of ze me de waarheid moest vertellen of niet. Op dat moment voelde ik dat ik op de rand van een grote, vreselijke afgrond stond. Haar antwoord zou me óf veilig terugtrekken, óf over de rand duwen.
‘Ja,’ zei ze uiteindelijk. ‘Mensen gaan ook dood. En net als Knabbeltje komen ze niet terug.’
Jarenlang dacht ik dat mijn moeder me toen de waarheid had verteld.
Maar nu weet ik dat het een leugen was.
Want toen ik Rachel in het meer duwde en ze niet meer bovenkwam, wist ik dat ze dood was. Ze kwam niet meer terug.
Maar de volgende dag deed ze dat toch.
1
Deze woensdag gaat absoluut niet zoals ik wil, en ik weet al precies wie daarvoor gaat boeten.
Als ik op school aankom, galmt de ruzie tussen mijn ouders nog steeds door mijn hoofd. Ze kibbelden de hele ochtend. Niet alleen over elkaar en dat ze het allebei zo druk hebben met hun werk, waar ze meestal over ruziën tijdens het ontbijt, maar ook omdat ik was gezakt voor een spellingtoets.
Eén stomme spellingtoets.
Nu willen ze me zaterdag niet meer meenemen op het afgesproken uitje naar het Rocky River-avonturenpark, alleen maar omdat ik een paar woorden zoals ‘bezittelijk’ en ‘allegorie’ verkeerd heb gespeld. (Wie hoeft er nou te weten hoe je dat precies spelt? Ik heb altijd mijn telefoon bij me, dus die kan mijn spelling wel voor me verbeteren. En trouwens, wanneer zou ik die woorden ooit gebruiken?)
Dus nu mag ik niet naar het avonturenpark. Mijn zogenaamde vriendinnen gaan wel, omdat hún ouders niet zo stom zijn als die van mij. Ze zullen maandag vast uitgebreid verslag doen van hoe geweldig het was.
Ik heb alleen maar een weekend vol huiswerk in het vooruitzicht, terwijl mijn ouders nog meer ruziën en mijn zus computerspelletjes speelt met haar vriendinnen. Dat is echt niet eerlijk, want het is niet mijn schuld dat ik niet voor de spellingtoets kon leren. Ik had het te druk met het werkstuk dat Rachel eigenlijk voor me zou maken. Ze heeft me laten zakken. Alweer.
Het is haar schuld.
Dit is allemaal haar schuld.
Maar dit was de laatste keer, daar zorg ik wel voor.
Andere door mij vertaalde delen: Het poppenhuis ∗ Ik kom je halen ∗ Kamer 333
Recensies: Biebmiepje ∗ Bookaddict.nl ∗ De Leesdetectives ∗ StoerLeesVoer
Andere door mij vertaalde delen:
∗ Het poppenhuis
∗ Ik kom je halen
∗ Kamer 333
Recensies:
∗ Biebmiepje
∗ Bookaddict.nl
∗ De Leesdetectives
∗ StoerLeesVoer