Vod­ka puur

Anna Blun­dy

Faith Za­net­ti, een aan si­ga­ret­ten en ge­vaar ver­slaaf­de oor­logs­cor­res­pon­den­te, is tij­de­lijk in Mos­kou ge­sta­ti­o­neerd. Ze woon­de er al eer­der tij­dens de grim­mi­ge sov­jet­da­gen. Toch blijkt er niet veel ver­an­derd te zijn. Maar dan wordt ze ge­ar­res­teerd voor een moord die ze als ne­gen­tien­ja­ri­ge zou heb­ben ge­pleegd. De eni­ge die er meer van weet is haar ex, de mys­te­ri­eu­ze Di­mi­tri. Hij zit mo­men­teel op­ge­slo­ten in een zwaar­be­vei­lig­de psy­chi­a­tri­sche ge­van­ge­nis. Maar als ze hem be­zoekt, blijkt hij Di­mi­tri he­le­maal niet te zijn. Faith moet een moord op­los­sen, Di­mi­tri zien te vin­den én een moor­de­naar voor zijn. Maar Faith zou Faith niet zijn als ze zich niet su­per­cool uit dit bi­zar­re avon­tuur weet te redden!

Uit­ge­ver: Truth & Dare

Oor­spron­ke­lij­ke ti­tel: Neat Vod­ka

Vod­ka puur

Anna Blun­dy

Faith Za­net­ti, een aan si­ga­ret­ten en ge­vaar ver­slaaf­de oor­logs­cor­res­pon­den­te, is tij­de­lijk in Mos­kou ge­sta­ti­o­neerd. Ze woon­de er al eer­der tij­dens de grim­mi­ge sov­jet­da­gen. Toch blijkt er niet veel ver­an­derd te zijn. Maar dan wordt ze ge­ar­res­teerd voor een moord die ze als ne­gen­tien­ja­ri­ge zou heb­ben ge­pleegd. De eni­ge die er meer van weet is haar ex, de mys­te­ri­eu­ze Di­mi­tri. Hij zit mo­men­teel op­ge­slo­ten in een zwaar­be­vei­lig­de psy­chi­a­tri­sche ge­van­ge­nis. Maar als ze hem be­zoekt, blijkt hij Di­mi­tri he­le­maal niet te zijn. Faith moet een moord op­los­sen, Di­mi­tri zien te vin­den én een moor­de­naar voor zijn. Maar Faith zou Faith niet zijn als ze zich niet su­per­cool uit dit bi­zar­re avon­tuur weet te redden!

Uit­ge­ver: Truth & Dare

Oor­spron­ke­lij­ke ti­tel: Neat Vod­ka

Al­les zat on­der het bloed. Maar dan ook echt al­les. De stank was over­wel­di­gend. Het rook naar vlees dat een paar da­gen in de zon had ge­le­gen: zoet en zwaar.

Mos­kou 1989

Er was een feest­je in Dom Li­te­ra­tov, het schrij­vers­huis. Dat kan ik me nog wel her­in­ne­ren. Een of an­de­re au­teur, Li­mo­n­ov mis­schien, pre­sen­teer­de zijn nieu­we boek en alle bui­ten­lan­ders die er ook maar iets van­af dach­ten te we­ten en die in de ver­on­der­stel­ling wa­ren dat ze Rus­sisch kon­den spre­ken, gin­gen ernaartoe. (…)

Scott bracht al onze spul­len naar de gar­de­ro­be en gaf me het groe­ni­ge plas­tic munt­je. Li­mo­n­ov (wat kan wor­den ver­taald als ‘van de li­moe­nen’), of wie het ook was ge­weest, was al be­gon­nen met zijn speech en de mees­te men­sen ston­den eer­bie­dig rond het po­di­um te luis­te­ren. Scott pak­te twee gla­zen wod­ka van een gro­te lan­ge ta­fel en gaf me er een. Ik had dit spul nog nooit puur ge­dron­ken. We proost­ten en sloe­gen onze gla­zen in één keer ach­ter­over. Mmm. Hier zou ik wel aan kun­nen wen­nen. We na­men er nog een, en van­af dat punt wordt al­les een beet­je wazig. (…)

En toen was het och­tend. Ik lag op mijn buik, met de smaak van braak­sel in mijn mond. Er stond ie­mand op de deur te bon­zen en er scheen zwak grijs licht door de ra­men naar bin­nen. Mijn hand lag recht voor mijn ogen en zat on­der het bloed. Ik ging recht­op zit­ten en zet­te mijn voe­ten op de par­ket­vloer. Er za­ten flin­ke schaaf­won­den op mijn knie­ën en ik had mijn jurk en mijn schoe­nen nog aan. Voor­zich­tig wreef ik met mijn hand over mijn ge­zicht en ik voel­de dat er een wond op mijn voor­hoofd zat die wel­eens be­hoor­lijk ern­stig zou kun­nen zijn. Mijn kaak deed pijn. Ik keek de ka­mer rond en zag dat ik mijn bui­ten­kle­ding op de grond had ge­gooid. Ik had mijn laar­zen blijk­baar in Dom Li­te­ra­tov la­ten staan. De her­in­ne­rin­gen die ik kon op­die­pen, liet ik de re­vue pas­se­ren. Niet veel aan de hand, geen al te ver­ne­de­ren­de si­tu­a­ties. Tot nu toe leek de scha­de be­perkt. Ik trok mijn schoe­nen uit en liep naar de bad­ka­mer om mijn ge­zicht te was­sen. Toen ik het bloed had weg­ge­spoeld, bleek er al­leen een gro­te schram te zit­ten. Ver­ba­zing­wek­kend hoe­veel bloed er uit een hoofd­wond kan komen. (…)

Toen pas zag ik Di­mi­tri. Hij lag te sla­pen met een hand te­gen de muur aan. Was hij al hier ge­weest toen ik thuis­kwam? Was hij ’s nachts te­rug­ge­ko­men? Hij werd wak­ker van mijn ver­baas­de kreet en keek me sla­pe­rig aan.

‘Je hoofd,’ zei hij.

‘Weet ik. Er is ie­mand aan de deur,’ ver­tel­de ik hem.

Hij stond op, in zijn wit­te slip, stak een si­ga­ret op en trok onze enor­me ba­rok­ke voor­deur open. Toen ik de po­li­tie­man­nen zag staan, dook ik snel het toi­let in.(…)

Di­mi­tri on­der­te­ken­de een for­mu­lier waar­op stond dat hij de plaats de­lict had gezien.

Daar­na was ik aan de beurt. Ik hees me­zelf over­eind. Di­mi­tri zag bleek. Ze zei­den niets te­gen mij en ik, als stom­me, zei niets te­gen hen. Ik gluur­de langs de rand van de deur die ze open had­den ge­zet en zag de li­cha­men van mijn bu­ren. Er lag een bijl op de grond. Een hout­hak­kers­bijl. Zo­als in sprook­jes. Het meis­je lag op het een­per­soons­bed dat het stel blijk­baar had ge­deeld. Haar hoofd was zo te zien com­pleet af­ge­hakt. Ze had haar bui­ten­kle­ding aan. De ver­won­din­gen van de naak­te man wa­ren zo mo­ge­lijk nog gru­we­lij­ker. Ter­wijl ik stond te kok­hal­zen in mijn han­den, re­con­stru­eer­de ik dat hij waar­schijn­lijk eerst haar had ver­moord en daar­na zich­zelf had la­ten dood­bloe­den door zijn been bo­ven de knie af te hak­ken. Al­les zat on­der het bloed. Maar dan ook echt al­les. De stank was over­wel­di­gend. Het rook naar vlees dat een paar da­gen in de zon had ge­le­gen: zoet en zwaar. Op dat mo­ment moest ik over­ge­ven op de grond.

Dat was zes­tien jaar ge­le­den. Ik was toen ne­gen­tien. En dat is al­les wat ik me kan her­in­ne­ren van die nacht.

 

Frag­ment Vod­ka puur — Anna Blun­dy
© 2009 Truth & Dare