Achtergrondinformatie
Uitgever: Kluitman
Oorspronkelijke titel: Resist
Vrijheid voor Edda
Tom Palmer
Velp, 1943. De oorlog duurt al drie jaar. Onder de naam Edda leeft de jonge Audrey Hepburn in bezet Nederland. Niemand mag weten wie ze écht is – half-Brits, voormalig kostschoolleerling – want dat maakt haar verdacht. Maar het grootste geheim? Edda helpt het verzet. Ze verspreidt illegale kranten, steunt onderduikers en voert geheime opdrachten uit voor verzetsgroepen. Wanneer haar broer Ian wordt opgepakt, verandert alles. Haar moeder, die ooit bewonderaar van Hitler was, keert zich tegen de Duitsers. Samen organiseren ze een benefietvoorstelling voor vluchtelingen. Dan krijgt Edda haar gevaarlijkste opdracht tot nu toe: een Britse parachutist in veiligheid brengen. Eén fout en het is voorbij.
Achtergrondinformatie
Uitgever: Kluitman
Oorspronkelijke titel: Resist
1
Velp, bezet Nederland, 1943
Edda had geen tijd om van richting te veranderen voordat de spoorboom dichtging. De spoorboom blokkeerde de weg die over het spoor naar de zijkant van het station liep. Er stond een trein klaar om te vertrekken, dus ze moest wel stoppen, samen met een tiental andere fietsers.
Twee Duitse soldaten van de controlepost lieten hun blik over Edda en de anderen gaan. Edda durfde hen niet aan te kijken. Als ze de angst op haar gezicht zagen, zouden ze achterdochtig worden. Misschien zouden ze wel raden waar ze mee bezig was.
Maar Edda wist dat ze niet zomaar kon omdraaien en wegfietsen. Dat zou ook hun aandacht trekken. Ze moest wachten en doen alsof ze gewoon een normale tiener was die van school naar huis fietste.
Edda had geluk dat er ook andere fietsers door de spoorboom werden tegengehouden. Dat hielp om niet op te vallen. De Duitsers hadden Nederland nu al meer dan drie jaar bezet, en omdat ze bijna alle benzine in beslag hadden genomen, reisden de meeste mensen per fiets. Maar de Duitsers hadden ook bijna al het rubber voor binnenbanden gevorderd, dus moesten mensen hun banden vullen met stro en sommigen hadden zelfs houten wielen voor hun fiets gemaakt.
De Duitsers pakken alles af, dacht Edda. Je kon niets doen en nergens naartoe gaan zonder dat je aan hun aanwezigheid werd herinnerd.
Maar Edda had wel grotere zorgen dan de staat van haar fietsbanden.
Het echte probleem was wat ze bij zich had. Een stapel illegale verzetsbladen die ze bij adressen aan de zuidkant van het spoor moest bezorgen. Papieren bedrukt met informatie over de nieuwste verzetsacties tegen de Duitsers – zoals aanvallen op nazisoldaten of troepentreinen – waarmee de Nederlanders terug probeerden te vechten tegen hun bezetters.
Als de Duitse bewakers van de controlepost die bladen vonden, zouden ze Edda martelen om te achterhalen waar ze ze vandaan had en haar daarna vermoorden. Dat wist ze zeker.
Edda voelde zweet op haar voorhoofd, hoewel het een koele avond was. Ze bleef strak voor zich uit kijken en probeerde kalm over te komen terwijl ze terugdacht aan de woorden van de man die haar de bladen had gegeven om te bezorgen.
‘Probeer de Duitsers te vermijden,’ had hij gezegd. ‘Als je denkt dat ze je staande willen houden, gooi je de bladen snel weg. Als dat niet kan, gedraag je dan als een onschuldig kind zodat ze je spullen niet doorzoeken.’
Edda kon niets weggooien nu ze op maar een paar meter afstand van de Duitse soldaten stond, en haar hart klopte steeds sneller toen ze zag dat een van de soldaten de persoonsbewijzen van de fietsers begon te controleren.
Alle mensen in Nederland van veertien jaar en ouder moesten een persoonsbewijs bij zich hebben met daarop hun foto, vingerafdrukken en andere persoonsgegevens. Edda viste die van haar nu uit haar tas terwijl er allerlei vragen door haar hoofd schoten. Wat nou als ze haar spullen doorzochten? Wat nou als ze de bladen vonden?