Uit­ge­ver: Kluitman

Oor­spron­ke­lij­ke ti­tel: The Last Life of Lori Mills

Hor­ror­land

Het laat­ste le­ven van Lori Mills

Max Bou­che­rat

De elf­ja­ri­ge Lori is voor het eerst al­leen thuis en ze heeft met­een de drie din­gen ge­daan die ze ABSOLUUT NIET mocht doen: 1. De ver­war­ming op de hoog­ste stand ge­zet. 2. Een GIGANTISCHE hut in de woon­ka­mer ge­bouwd. 3. Vox­mi­ner aan­ge­zet, of­te­wel de bes­te game in de ge­schie­de­nis van het uni­ver­sum. Maar al snel be­seft Lori dat er iets mis is. Ze hoort vreemd ge­fluis­ter uit het scherm ko­men – en even la­ter ook bij haar in huis. Zou dat het Scha­duw­meis­je kun­nen zijn, de grie­ze­lig­ste le­gen­de van Vox­mi­ner? Als de ra­men en deu­ren be­gin­nen te ver­dwij­nen en haar te­le­foon er­mee op­houdt, zit Lori op­ge­slo­ten. Ze zal al haar ga­ming skills moe­ten ge­brui­ken om te zien over­le­ven tot haar moe­der thuiskomt…

Uit­ge­ver: Kluitman

Oor­spron­ke­lij­ke ti­tel: The Last Life of Lori Mills

Voor de al­ler­eer­ste keer in mijn le­ven zou ik het huis he­le­maal voor me­zelf heb­ben!

40

Het be­gon rond een uur of vijf, toen ik in de keu­ken zat te eten en mam zich klaar­maak­te om naar haar werk te gaan. Dat was het mo­ment dat Jes­se, de op­pas, bel­de. Hij was ziek.

Mam liep rus­te­loos heen en weer voor het for­nuis met haar te­le­foon te­gen haar oor gedrukt.

‘Kan je dan in elk ge­val even bij haar gaan kij­ken?’ vroeg ze. ‘Om een uur of negen?’

Er viel een stil­te. Ik deed als­of ik niet mee­luis­ter­de maar nog steeds mijn kip­nug­gets zat te eten. Toen zucht­te mam en ze be­gon nog snel­ler heen en weer te lo­pen. ‘Ja, ik snap het, Jes­se. Nee, nee, je hoeft je niet te ver­ont­schul­di­gen. Het is al goed. Ik… ik vind wel ie­mand an­ders. Beterschap.’

Ik kruis­te mijn vin­gers on­der de ta­fel, en mijn be­nen, en ook mijn te­nen. Ik leg­de mijn vork neer, schraap­te mijn keel…

Mam keek niet eens naar me. ‘Niet nu, Lori,’ brom­de ze.

Ik keek haar kwaad aan. ‘Ik zei niks!’

‘Maar je wíl­de wel iets zeg­gen.’ Mam scrol­de door haar lijst met con­tac­ten. ‘Ik laat je niet al­leen thuis­blij­ven, en daar­mee uit. Er komt een oppas.

Maar ik wist dat we al­le­bei pre­cies het­zelf­de dach­ten: waar moest ze die vin­den op let­ter­lijk het al­ler­laatst mo­ge­lij­ke mo­ment? Ali­son van de over­kant zat in Span­je of zo­iets. En mam kon me ook niet bij pap af­zet­ten, want pap was deze week met zijn vrien­din op vakantie.

Ik zet­te mijn groot­ste pruil­lip-voor-nood­ge­val­len op.

‘Mááám, ik red me wel! Ik ben bij­na twaalf. Twaalf is bij­na een tiener!’

‘“Bij­na twaalf ” is ge­woon een han­di­ge ma­nier om te zeg­gen dat je pas elf bent, Lori Mills.’

‘Maar Char­lie mag van haar moe­der zo vaak al­leen thuisblijven!’

‘Nou, he­laas voor jou ben jij Char­lie niet, en ik ben niet Char­lies moeder.’

Maar toen sn­oof mam en sloeg haar ar­men over el­kaar, ter­wijl ze een be­zorg­de blik op de keu­ken­klok wierp.

Ik ging op mijn knie­ën op de grond zitten.

‘Ik zal me ge­dra­gen,’ zei ik, en dat meen­de ik ook een mil­joen pro­cent. ‘Ik zal er geen zooi­tje van ma­ken, dat be­loof ik. Ik zal mijn te­le­foon de hele avond bij me hou­den en…’

Mam stak een hand om­hoog en kneep in haar neus­brug. Mijn hart maak­te een spron­ge­tje. Ik wist al wat ze ging zeg­gen een frac­tie van een se­con­de voor­dat ze het zei.

En toen zei ze het.

‘Oké. Oké, Lori. Maar… al­leen voor deze ene keer. Deze ene keer.’

Ze stak één vin­ger op om dui­de­lijk te ma­ken dat ze het meen­de, en mijn mond viel open. Ik had haar over­tuigd. Ik had haar ge­woon se­ri­eus overtúígd.

Voor de al­ler­eer­ste keer in mijn le­ven zou ik het huis he­le­maal voor me­zelf hebben!

Al­ler­lei mo­ge­lijk­he­den scho­ten als ra­ket­ten door mijn hoofd. Ik kon de tv su­per­hard zet­ten! Ik kon me vol­prop­pen met junk­food, de Game Ga­laxy be­ne­den neer­zet­ten en de hele avond Vox­mi­ner spelen!

Het licht van die ra­ket­ten schit­ter­de blijk­baar in mijn ogen, want mijn moe­der liet me weer aan ta­fel zit­ten om me de ba­sis­re­gels dui­de­lijk te maken.

 

1. ‘Er staat je wat te wach­ten als je niet in bed ligt wan­neer ik te­rug­kom, jon­ge­da­me. Ik ben om half twaalf thuis. Als ik la­ter ben, app ik je.’

2. ‘Wat? Nee! Na­tuur­lijk moet je van­avond ge­woon in bad. Kom op, Lori!’

3. ‘Geen snacks uit de kast pak­ken. Daar kom ik wel ach­ter, Lori. Ik kom erachter.’

4. ‘Geen. Rom­mel. An­ders krijgt ie­mand hier vol­gen­de maand niet de nieuw­ste Big City Kit­ty-game voor haar verjaardag.’

5. ‘Ja, ik wéét dat het koud is, maar je mag de ver­war­ming niet ho­ger zet­ten. Trek ge­woon een trui aan.’

6. ‘Je mag één uur Vox­mi­ner spe­len. Kijk me aan, Lori. Kijk me aan. Eén. Uur.’

7. ‘Hou je te­le­foon bij je. Hou hem áán.’

8. ‘O, god­al­le­mach­tig… Nee, NATUURLIJK mag je niet naar de buurt­win­kel. Als het huis in brand vliegt, ja, dán mag je de deur uit. Maar an­ders blijf je ge­woon binnen.’

9. ‘De tv gaat om ne­gen uur uit… om né­gen uur, Lori. En zet hem niet te hard.’

10. ‘Je mag ab­so­luut GEEN de­ken­fort in de woon­ka­mer bou­wen. Als je als “bij­na-tie­ner” be­han­deld wil wor­den, dan moet je je ook eens zo gaan gedragen.’

 

(Ik pro­beer­de niet te zuch­ten bij die laat­ste re­gel. Als ik ou­der ben, en Char­lie en ik be­roem­de Lu­mi­Tu­be-ster­ren zijn die in een gi­gan­tisch huis wo­nen met een enorm zwem­pa­ra­dijs en ze­ven­en­twin­tig kat­ten, dan bouw ik zo vaak een de­ken­fort als ik maar wil, gro­ter en met meer de­kens dan ooit.)

Met een kor­te kus op mijn voor­hoofd, een war­me glim­lach en een streng ‘Ik hou van je en ik ver­tróúw je’ ver­trok mam een mi­nuut la­ter naar haar werk bij de Koopjesmarkt.

Het werd stil in huis. Het oran­je licht van een straat­lan­taarn scheen door de ruit van de voordeur.

Er trok een tin­te­ling door mijn huid.

Ik was alleen.

Voor de ko­men­de zes uur en een beet­je was ik

he­le­maal

al­leen.

 

Fragment Het laatste leven van Lori Mills - Max Boucherat

© 2025 Kluitman